Het gevaar van databesitas


Bedrijven als Google en Facebook zijn niet meer weg te denken uit onze levens. De functies die deze internetimperia ons aanbieden zijn onmisbaar geworden. Contact en informatie gaat nu over de hele wereld. Dit heeft voor een vlucht van globalisering gezorgd. Ga maar na: je kunt op ieder moment van de dag met wie je maar wilt communiceren. En met één druk op de knop heb je alle mogelijke informatie in alle mogelijke talen.

De effecten van globalisering zijn intussen al in vrijwel de hele wereld doorgedrongen: het verkleinen van de relatieve afstand en tijd bij de verplaatsing van goederen en het contact tussen personen. In het proces van globalisering kunnen verschillende fasen worden onderscheiden. De eerste fase begon met steeds betere infrastructuur, die heeft gezorgd voor een snellere reistijd en efficiënter vervoer. Daarna is men gebruik gaan maken van telefonisch en telegrafisch verkeer, die hebben er voor gezorgd dat er contact mogelijk was over vrijwel de hele wereld. De komst van internet heeft niet alleen gezorgd voor (snellere) toegang tot informatie en personen maar heeft er ook voor gezorgd dat er meer mogelijkheden zijn voor interactie dan met de telefoon. Ondertussen is de digitale infrastructuur onmogelijk weg te denken uit onze levens.

Maar hoe meer we afhankelijk worden van digitale infrastructuren, hoe minder wij controle hebben over onze privacy. Bedrijven als Google en Facebook bieden hun diensten niet voor niets gratis aan; de consument is namelijk het product. De bedrijven van Silicon Valley zijn van hun onschuldige idealistische geitenwollensokken-gehalte af, het zijn niet meer de bedrijven die onderzoeken hoe onze levens kunnen worden verbeterd door techniek. Het zijn bedrijven geworden die onderzoeken hoe onze levens zoveel mogelijk kunnen worden beïnvloed door techniek. Facebook en Google zijn de grootste reclamebedrijven van de wereld. Alle innovaties die deze bedrijven doen zijn om zoveel mogelijk data van de gebruiker binnen te halen. Data zijn het digitale goud.

De globalisering van data vormt een enorme bedreiging voor iedereen die waarde hecht aan individuele vrijheid en het recht op privacy. Het verzamelen van data neemt buitensporige vormen aan, databesitas is niet voor niets een veelgebruikt begrip geworden. Zonder dat we het weten hebben een aantal bedrijven het vertrouwen gewonnen van de meerderheid van de burgers, en zo is voor hen een monopolie op data ontstaan. En je privégegevens zijn in deze tijd van individualisering je meest kostbare bezit.

Het meest bizarre aan dit hele verhaal is dat de burger dit weet, maar dat het hem niets kan schelen. Maar daar kan de burger ook weinig aan doen als er zelfs geen overheid is die hem beschermt. Ik zal later een verdere toelichting geven over de falende controle op het web. Er is niets zo makkelijk voor een bedrijf, website of overheid dan gegevens van internetters te verzamelen. De digitale wereld is een extra laag geworden buiten de reële wereld. Alles wat er in de digitale wereld gebeurt kan worden opgeslagen als je niet heel goed op je beveiliging let. Gebruikers van internetdiensten worden nooit ingelicht wat er met hun gegevens gebeurt, maar zonder dat ze het weten worden er persoonlijke dataprofielen gemaakt waarin meer informatie staat dan hun eigen vrienden van ze weten.

Het gebruik van die data stopt niet bij het maken van persoonlijke advertenties. Er zijn zoveel gegevens waar je alle mogelijke statistische trucs mee kunt uithalen. Neem bijvoorbeeld alleen al de like-button van Facebook; het is de Universiteit van Cambridge gelukt om met deze ‘big data’ te bepalen wat iemands seksuele geaardheid is. Burgers raken op deze manier, zonder het te weten, een heel groot gedeelte van hun privacy kwijt, en ook een groot deel van hun vrije wil. Stel je voor dat Facebook op een gegeven moment aan je vraagt of de seksuele geaardheid die je op je pagina had ingevuld wel klopt, of erger, dat deze vanzelf wordt aangepast. Of nog gekker; wat als wij straks menen aan Facebook te moeten vragen of we op mannen of op vrouwen vallen? Ik vrees die dag.

Als je er over nadenkt is het natuurlijk ook niet vreemd dat een bedrijf als Facebook zoveel over je weet. Het zal hetzelfde principe zijn wanneer je in de fysieke wereld de hele dag alles wat iemand zegt, doet en leuk vindt gaat bijhouden. Gelukkig kan dat niet in de echte wereld. Maar de digitale wereld is intussen zo’n onderdeel van de werkelijkheid dat die informatie dus ook veel waard is.

Naast het feit dat er geen zicht is op de gegevens die je achterlaat, is er ook niemand die controleert wat er met die gegevens gebeurt. Er is geen baas op het internet, en er zijn geen grenzen op het internet. Ieder individu is in staat zich met de hele wereld te verbinden. Iedereen met een website kan beginnen met het verzamelen van gegevens. Het begint voor mij te lijken op de verhalen uit de tijd van de Gold Rush: je bakent een stukje internet af en je begint gegevens te verzamelen. Je kunt Google en Facebook ook vergelijken met oliemaatschappijen die in plaats van geraffineerde olie, geraffineerde data genereren.

Ik vind dat de Verenigde Naties moeten ingrijpen. Internet mag niet volledig opgaan in de commercie, het moet een vrije wereld blijven. Bedrijven mogen wel bestaan, maar ze moeten gereguleerd worden, net als in de échte wereld. Er wordt te makkelijk gedaan over de invloed die big data kunnen hebben. Als het in verkeerde handen valt kunnen er verschrikkelijke dingen gebeuren. Dit is misschien een vreemde vergelijking, maar dankzij de perfecte burgerregistratie in Nederland hoefden de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog alleen maar dit systeem over te nemen om Joden te traceren en te deporteren. Vroeger kon je nog voor jezelf invullen of je Jood was of niet, maar nu heb je zelf niet eens die keuze meer, met big data kunnen bedrijven en overheden zelf wel bepalen wie in welk hokje hoort.

De NSA die overal ongericht informatie vandaan haalt profiteert van de (veelal) Amerikaanse bedrijven waarvan ze datacenters vol informatie aftappen. Je weet niet wat de V.S. nog van plan zijn in de toekomst, maar het idee dat de V.S. van alle Facebook- en Google-gebruikers een profiel heeft gemaakt met persoonlijke informatie is angstaanjagend. Op deze manier lijkt het dat de V.S. het web kunnen besturen, maar het web is onafhankelijk en universeel. De VN moeten dit inzien en het internet onttrekken van de macht van bedrijven en overheden.

Het internet is nooit goed gereguleerd. Daardoor wordt het internet nu geregeerd door de bedrijven. Het internet is een commercieel iets geworden, een gesponsorde wereld, terwijl het een vrije wereld zou moeten zijn. De bedrijven hebben alle infrastructuren in handen. Maar veel mensen willen niets met die bedrijven te maken hebben. Vroeger had je daar een keuze in, dan gebruikte je geen internet, of alternatieven. Maar bedrijven blijven ongereguleerd doorgaan met het verzamelen van data en beïnvloeden nu niet alleen onze virtuele levens, maar ook onze fysieke levens. Denk aan Glass van Google, een cameraatje op je hoofd dat alles registreert, waar je ook loopt. Maar ook de autonoom rijdende auto waar Google aan werkt zal uiteindelijk de fysieke wereld binnentreden.

Mensen leggen zo privacygevoelige informatie in handen van bedrijven die alleen maar uit zijn op winst. Zelfs daar is er nog sprake van een keuze. Maar als er mensen op straat lopen met Google Glasses en je gezicht wordt gescand, dan wordt je herkend, en Google weet waar je bent. Als je iemand met een Google Glass tegenkomt heb je niet de keuze om niet geregistreerd te worden.

Je kunt niet zeggen dat je dan geen Google, Facebook of überhaupt internet moet gebruiken. Ten eerste is internet een mensenrecht – recht op toegang tot informatie en vrijheid van meningsuiting – als onderdeel van de vrijheid van meningsuiting, en men heeft ook het recht op privacy. Daarnaast is het vrijwel onmogelijk om te ontkomen aan internetbedrijven. Er bestaan nauwelijks nog onafhankelijke instanties op het internet, in de fysieke wereld is dat ondenkbaar. In de bibliotheek zou worden bijgehouden welke boeken je hebt ingekeken.

Als je bedenkt dat het internet de fundering is van een stad, dan is Google de wegen en de naambordjes die het begaanbaar en navigeerbaar maken en dan is Facebook de pleintjes, cafeetjes en feestjes waar mensen samen komen. Alles wat in de fysieke wereld onafhankelijk bestaat is in de digitale wereld gecommercialiseerd en tot doel om data te genereren.

Ik denk dat er een moment komt dat voor veel mensen een kwartje valt, ze hebben er genoeg van dat hun privé-informatie de hele wereld rondgaat. De globalisering is dan zo ver gegaan dat er mensen zullen zijn die afhaken. Er is dan geen behoefte om iedere dag met iedereen op de hele wereld in contact te staan. Het nieuwige zal er vanaf zijn. Het is op een gegeven moment niet meer bijzonder om met iemand uit Nieuw Zeeland te skypen, en waarom zou je de hele tijd met elkaar chatten als je ook kunt afspreken? Het sociale leven zal zich langzamerhand weer van het internet bewegen, terug naar de fysieke wereld. Ik denk dus ook niet dat Google Glass een groot succes zal worden. Men zal zo’n bril alleen opzetten als het iets toevoegt, maar op een feestje zet je zo’n ding gewoon af. Als ik zelf iemand met een Google Glass tegenkomen zal ik deze persoon zeer waarschijnlijk mijden.

Internet blijft niet die tweede werkelijkheid die het nu is, het zal onderdeel worden van ieders leven. Op het eerste gezicht lijkt dit heel zorgwekkend. Maar ik denk dat de VN of andere politieke instituties zich in de toekomst meer zullen gaan bemoeien met het internet. Hoe meer het namelijk onderdeel is van de samenleving, hoe belangrijker het is dat iedereen daar dezelfde rechten heeft als in de echte wereld. Je moet over het internet kunnen surfen net zoals je door een stad slentert, je komt eens wat tegen, je probeert dingen uit, maar dit mag geen gevolgen hebben op wat dan ook in je verdere leven.