“Alle goed opgevoede mensen liegen”, zegt Rosa Asbreuk in de rol van Camiel tegen een verlegen meisje dat de fijne kneepjes van het versieren nog bijgebracht moet worden. Als je wil dat iemand je kust, dan moet je juist zeggen dat je dat niet wil, is de wijsheid die Camiel het meisje meegeeft. Intussen moet uit je handelen juist wél weer blijken waar je hoopt dat de avond eindigt. Camiels in een levensles verpakte versiertruc lijkt te werken. Niet veel later komen Camiel en het verlegen meisje (ze blijft naamloos) van achter de coulissen, elkaar de huid vol scheldend, de vloer op gerollebold. Camiel zit het meisje achterna, zij voert hem naar haar slaapkamer. Door de klapdeurtjes van het gammele draaiende podiumpje schieten de twee achter elkaar aan. Althans, twee, Rosa speelt zowel jager als prooi. Er volgt een hilarisch en virtuoos beeld, als van een hond die z’n eigen staart probeert te vangen.
De Theatertroep heeft voor zijn nieuwste voorstelling, Love for Love, weer een oude tekst van het stof ontdaan en naar zijn eigen hand gezet. Love for Love (1695) van William Congrève is een zogenaamde zedenkomedie. Dus geen hoogdravend Shakespeariaans drama, maar platte humor, seksuele toespelingen en een happy end.
Vrijwel iedere speler neemt meerdere rollen op zich. Dat zal voor de terugkerende bezoeker van De Theatertroep geen verassing zijn, maar het blijft toch altijd even wennen. Samen brengen de spelers het verhaal van een zekere Valentijn, een jongeman die zó verliefd is op Angelina, dat hij bereid is zich financieel te ruïneren, zich te vervreemden van zijn vrienden en te breken met zijn familie. En dat alles alleen voor haar. Hopeloos verliefd kun je wel zeggen, want Angelina geeft vooralsnog geen krimp.
Terwijl Valentijn zich bezighoudt met de Liefde (met een hoofdletter L), wordt in zijn omgeving enkel de schijn van liefde opgehouden, met een keur aan valse motieven – overspel tiert welig. De eerdergenoemde Camiel probeert zich met een doorzichtig arsenaal aan goedkope trucs bij vrijwel iedere vrouw naar binnen te goochelen. Kyrian Esser speelt een vrouw die zich in de armen van een eenvoudige matroos alvast rijk rekent met zijn aanstaande erfenis. Samen met Timo Huijzendveld (de matroos) levert dit komisch scènes op, vooral door de voortreffelijke timing. Hun met flauwe én slimme woordgrappen doorspekte dialogen tonen ook de kracht van de door de groep zelf geschreven teksten.
Het verhaal van Valentijn en zijn hitsige medemensen kenmerkt zich vooral door een afgemeten rommeligheid; naast de dubbelrollen wisselen de acteurs tijdens een scène meerdere keren van personage. De spelers geven elkaar aanwijzingen tijdens het spelen – stappen één zinnetje uit hun rol om iets te verhelderen. Ondertussen ben je als kijker bang dat het gammele decor een keer de geest geeft.
Die afgebakende rommeligheid lijkt soms wel wat geforceerd. Het is een ingewikkelde balanceeract die de spelers hebben te doen. Enerzijds heeft de voorstelling een duidelijk pad te volgen waarvan niet al te vrijpostig kan worden afgeweken. Anderzijds vraagt het spel van De Theatertroep dat er af en toe ‘spontaan’ een steekje los komt. Het zal niet makkelijk zijn een voorstelling tig keer te spelen, en telkens opnieuw die losheid te hervinden.
Door die nonchalance blijft de voorstelling laag bij de grond. Er ontstaat geen verheven inlevingsboog tussen spelers en publiek. Door alle tumult krijg je als kijker niet de kans op te gaan in de plot. Juist die distantie maakt de voorstelling toegankelijk. De Theatertroep nodigt haar publiek uit om samen van een afstandje te kijken naar dat gekke laat-zeventiende-eeuwse stuk. Met de nodige knipogen naar het heden laten de spelers regelmatig blijken dat het hen niet alleen te doen is om het wat in ongenade gevallen stuk nieuw leven in te blazen.
Ondanks alle banaliteit voel je dat het de spelers en makers van de Theatertroep menens is. Voorstellingen van dit collectief zijn altijd geworteld in de theatergeschiedenis. Hun voorstellingen gaan in meer of mindere mate over het theater zelf. Het meest expliciet wordt dit in een korte voorrede, waarin Rosa een appèl doet op de bezoeker. Ze waarschuwt het publiek voor de toneelspeler, die in de kern altijd een bedrieger is. Maar niet alle bedriegers zijn ook toneelspelers, en dan wordt het riskant. Het is duidelijk dat de mensen van De Theatertroep een verantwoordelijkheid voelen, een verantwoordelijkheid die maakt dat ze er een wat stoffige tekst bij pakken en die met de nodige spot, maar vooral met ontzettend veel lol, naar hun eigen hand zetten.
Oprechter dan dat wordt het niet.